GWP Koudemiddel , verbod F-gassen.
Het Global Warming Potential (GWP) is een relatieve maat die het aardopwarmingsvermogen van een broeikasgas aangeeft vergeleken met dat van koolstofdioxide (CO2). Gebruikelijk is om uit te gaan van het 100-year GWP: het opwarmingsvermogen in een periode van 100 jaar van 1 kg van het gas ten opzichte van 1 kg CO2.
Broeikas effect / Green House Effect.
Met koudemiddelen (F-gas), de 'stof' die nodig is om een warmtepomp (koelkast, vriezer of airco) te laten werken gaat langzaam maar zeker iets veranderen. De meeste F-gas koudemiddelen zijn namelijk schadelijk voor het milieu. Als het F-gas vrij komt blijft het hangen onder de dampkring. Ze houden de warmte die de zon instraalt dan vast.
Alle F-gas koudemiddelen zijn onderzocht en hebben een getal gekregen: GWP. Dit staat voor Global Warming Potential. Hoe hoger het getal hoe schadelijker het is.
De toekomst van F-gassen (uitfasering koude middelen) (visie 2025).
In de afbeelding zie je de afbou van F-gassen de komende jaren.
De F-gassenverordening geldt voor alle EU-lidstaten. De lidstaten moeten wel zelf zorgen voor de aanscherping en uitbreiding van regels omtrent het werken met (natuurlijke) koudemiddelen. In Nederland wordt die implementatie van de F-gassenverordening uitgevoerd door Rijkswaterstaat.
Concreet betekent dat in Nederland een aanpassing en uitbreiding van de bestaande BRL’s nodig is. Dat gaat om de BRL100 en BRL200, die beslaan de certificering voor mensen en bedrijven die werken met F-gassen. Monteurs zullen papieren moeten halen als ze werken met propaan, CO2 en ammoniak.
Dat zijn de zaken die de lidstaten de komende anderhalf tot twee jaar moeten regelen.
Tot op heden is een certificaat voor werken met F-gassen voor altijd geldig. Onder de nieuwe verordening is dat niet
meer het geval, omdat technieken, producten en wetgeving zullen blijven veranderen. De nieuwe 'koudemiddelen' F290 (Propaan), CO2 en ammoniak verlangen nu eenmaal een andere aanpak dan het 'oude F-gas'.
Trump ?
Bovenstaande F-gassenverordening geldt dus voor alle EU-lidstaten. Maar wat doet de US ? straks als Trump in functie is ?
Dat is een vraag die regelmatig voorbij komt, lopen we straks niet te ver voorop? Is het allemaal wel betaalbaar ?
Die vraag wordt door verschillende personen verschillend beantwoord natuurlijk. Laten we ons hier maar niet aan 'politiek' wagen.
Even terug naar het verleden m.b.t. F-gassen:
Het protocol van Montreal (1989) heeft geleid tot een stapsgewijze afbouw van koudemiddelen met een hoog ozonafbrekend vermogen en heeft invloed gehad op het gebruik van koudemiddelen van het type chloorfluorkoolwaterstof en hydrochloorfluorkoolwaterstof. Het protocol van Kyoto (1997) heeft doelstellingen bepaald voor de beperking van broeikasgassen. Deze beslissingen hebben ook invloed gehad op bepaalde hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK) met een hoog broeikaseffect (GWP), hoewel ze de ozonlaag niet aantasten, en dit heeft geleid tot de ontwikkeling van hydrofluoro-olefinen (HFO) type F-gassen.
Deze evoluties van de wetgeving op de milieubescherming hebben rechtstreeks geleid tot een terugkeer naar het gebruik van ammoniak (NH3), kooldioxide (CO2) en in zekere mate koolwaterstoffen (HC). Het gebruik van HC blijft beperkt tot kleine huishoudelijke apparaten, maar de ontwikkeling van HC voor gebruik in grotere installaties, zoals industriële ijswatermachines, diepvries en koelinstallaties, gaat verder. De HFK’s blijven duidelijk aanwezig, hoewel de vervanging ervan door koudemiddelen van het type HFO met een laag GWP zal stijgen. In Europa hebben we de ontwikkeling van CO2 en vervolgens van HFO-1234yf kunnen vaststellen in airconditioning in voertuigen. Warmtepompen zien we thans omschakelen naar R32 en R290 als koudemiddel in het toestel. Maar zelfs R32 wordt nu dus al genoemd om in de toekomst ook verboden te worden (R32 heeft een GWP van 675).
De belangrijkste koudemiddelen met hun eigenschappen
In onderstaande tabel worden de belangrijkste koudemiddelen met hun relevante kenmerken samengevat. Naast de in deze tabel opgenomen koudemiddelen zijn er nog mengsels met HFO’s in ontwikkeling, deze zijn nog niet verkrijgbaar en daarom ontbreken die in de tabel.
R22
R22 mag niet meer worden geproduceerd. Het na- en bijvullen van installaties met R22 koudemiddel is inmiddels ook verboden.
R22 installaties mogen nog doordraaien, maar er mogen geen handelingen met het koudemiddel buiten de installatie plaatsvinden. Bij een lekkage dreigt uw installatie dus langdurig uit te vallen. Hiermee kan de continuïteit in gevaar komen. De koudemiddelen R401A, R402A, R408 en R409A zijn mengsels en bevatten naast HFK’s ook R22. Daarmee vallen deze mengsels onder dezelfde regels als voor R22.
R404 , R507
In de nieuwe F-gas wetgeving worden de koudemiddelen R404A en R507 versneld uitgefaseerd. Dit zijn de gassen met een GWP waarde boven de 2.500. Per 1 januari 2020 mag u uw installatie alleen nog bijvullen met gerecycled en/of geregenereerd R404A of R507. Per 1 januari 2030 is het gebruik van deze koudemiddelen geheel verboden.
R134a, R407C, R407F, R410A
De productie van de koudemiddelen R134a, R407C, R407F en R410A wordt stapsgewijs afgebouwd. In 2020 moest de totale productie van synthetische koudemiddel met ca. 40% zijn afgebouwd. In 2030 mag er nog slechts 20% van de huidige geproduceerde synthetische koudemiddelen op de markt worden gebracht. Voor deze groep synthetische koudemiddelen geldt geen gebruiksverbod. Dat betekent dat R134a, R407C, R407F en R410A installaties na 2030 gewoon nog bijgevuld mogen worden
NIEUW: Europese wens R290 , R32
Er gaan stemmen op dat vanaf 2027 nieuwe split-unit airco’s en warmtepompen geen koudemiddel meer mogen bevatten met een GWP van meer dan 150. Veel koudemiddelen, waaronder ook R32, kunnen dan niet meer worden toegepast.
Alleen de koudemiddelen die in bovenstaande tabel in het groen gebied zitten blijven dan over.
R290 (Propaan) is opkomend, maar deze is zeer brandbaar, regelgeving omtrent het toepassen is in de maak. De Europese Commissie is wel voorstander van de introductie van split-unit airco’s met propaan als koudemiddel. Als de GWP grens echt op 5 komt te liggen is er nog een enorme uitdaging m.b.t. regelgeving en maximaal aantal kg Propaan dat in een warmtepomp (of ander toestel) mag zitten bij plaatsing binnen in een woning (of buiten de woning).
Synthetische koudemiddelen
Synthetische koudemiddelen zijn stoffen die van nature niet voorkomen, maar door de mens zijn ontwikkeld voor industriële doeleinden. Synthetische koudemiddelen zijn (H)CFK's en HFK's. Hiervoor gelden direct werkende Europese verordeningen met voorschriften die gericht zijn op het beschermen van het milieu.
- (H)CFK's zijn de gechloreerde fluorkool(water)stoffen. Deze stoffen hebben een schadelijk effect op de ozonlaag. De groep is onder te verdelen in zachte HCFK's en harde CFK's. De zachte HCFK's bevatten in plaats van een chlooratoom een waterstofatoom. CFK's breken moeilijker af en brengen daardoor twintig tot vijftig keer meer schade toe aan de ozonlaag dan HCFK's. Op (H)CFK's is de Europese Ozonverordening van toepassing.
- HFK's zijn de fluorkoolwaterstoffen: een organische verbinding bestaande uit koolstof, waterstof en fluor, die per molecuul maximaal zes koolstofatomen bevat. Deze stoffen versterken het broeikaseffect. Het broeikaseffect van HFK's is 124 tot 22.800 maal groter dan het broeikaseffect van CO2. Op HFK's is de Europese F-gassenverordening van toepassing.
Natuurlijke koudemiddelen
Natuurlijke koudemiddelen komen ook van nature voor in het milieu, zoals: Water, CO2 (R744), NH3 (R717)
en Koolwaterstoffen, zoals ethaan (R170), propaan (R290), propeen (R1270), butaan (R600), iso butaan (R600a)
Regelgeving over natuurlijke koudemiddelen in koelinstallaties staat in het Activiteitenbesluit. Dit zijn voorschriften gericht op veiligheid. Vanaf 1500 kg ammoniak en 100 kg propaan en/of butaan wordt een koelinstallatie vergunningplichtig; de voorschriften staan dan in de vergunning. Voor koelinstallaties met koolstofdioxide als koudemiddel geldt momenteel geen vergunningplicht.
Natuurlijke koudemiddelen hebben een veel lager broeikaseffect bij lekkage. Het broeikaseffect van HFK's is 124 tot 22.800 maal groter dan het broeikaseffect van CO2; het broeikaseffect van ammoniak is nul. Vanuit milieuoogpunt zijn de natuurlijke koudemiddelen daarom een beter alternatief. Bij gebruik van natuurlijke koudemiddelen is veiligheid wel een aandachtspunt.
Bij natuurlijke koudemiddelen vindt geen uitfasering plaats. De zwaardere HFK's worden wel uitgefaseerd in de F-gassenverordening. HFK's worden alleen maar schaarser en dus duurder. Op termijn is het daardoor onrendabel om volledig afhankelijk te zijn van traditionele HFK's.
De Europese Commissie pleit al langer voor snellere introductie van alternatieve koudemiddelen, waaronder koolwaterstoffen en CO2. Maar omdat deze hun eigen problemen met zich meebrengen (koolwaterstoffen zijn brandbaar), vindt de Commissie het nodig dat deze alternatieve gassen, net als de f-gassen, onder een verplicht certificatieschema moeten vallen.
Dat betekent dat het installeren en onderhouden van bijvoorbeeld airco’s en warmtepompen met alternatieve koudemiddelen straks alleen nog maar gebeuren door personen en bedrijven die gecertificeerd zijn. Of dat voor de markt van propaanwarmtepompen grote consequenties zal hebben valt nog te betwijfelen. De meeste propaanwarmtepompen zijn namelijk monoblocks, waar het koudemiddel in een gesloten circuit zit, waar de monteur helemaal niet bij hoeft te komen.