Onderhoud, inspectie en levensduur van een warmtepomp
Het is altijd aan te raden om voor uw warmtepomp een onderhoudscontract af te sluiten. De warmtepomp is immers een relatief duur toestel in aanschaf.
Een inspectie- en onderhoudsbeurt kan mogelijk narigheid voor de toekomst voorkomen. Neem bijvoorbeeld een kleine (water) lekkage, deze kan bij zo'n inspectie op tijd worden ontdekt en verholpen. Nog voordat leidingen hiervan gaan roesten of dat het water kortsluiting veroorzaakt op een elektra-onderdeel.
Soms hoor je weleens iemand vertellen: ‘een warmtepomp is eigenlijk een koelkast, heeft uw koelkast een onderhoudscontract?’ Die vergelijking mag je dus eigenlijk niet maken. In een warmtepomp gebeurt veel meer dan in de koelkast, de werking van de warmtepomp is ook afhankelijk van externe factoren als de bron en het afgiftesysteem al dan niet gevuld met water. En ja misschien is onderhoud wel niet het juiste woord, eigenlijk is het een jaarlijkse inspectie van alle onderdelen. Als alles goed is, is er weinig onderhoud nodig, het reinigen van vuilfilters kan dan voldoende zijn.
Naast de visuele inspectie van onderdelen kijkt de onderhoudsmonteur van een warmtepomp ook of het toestel nog goed werkt. Het jaarlijks noteren van bedrijfsuren en start- en stops (wat normaliter in de warmtepompregeling wordt bijgehouden) kan hier een goede parameter bij zijn.
Wat doet de onderhoudsmonteur ?
Onderhoud en inspectie brine/water en water/water- warmtepomp voor woning verwarming/koeling.
• Controleren van de waterdruk in bron- en afgiftesysteem
• Controleren van de expansiemogelijkheid (expansievaten)
• Inspectie van de bedrading: zit alle bedrading goed vast, is deze nergens beschadigd
• Inspectie van leidingen: is er nergens een lekkage/ of spoor van lekkage
• Inspectie van onderdelen: zitten kleppen, compressor, pompen, isolatie, enz. nog goed bevestigd
• Doorlopen van het 'warmtepomp menu': staan er geen vreemde instellingen in, geven alle temperatuursensoren de juiste waarde weer?
• Noteren van het aantal draaiuren: door deze te vergelijken met voorgaande jaren heeft u een indruk of er geen vreemde afwijkingen zijn.
• Noteren van het aantal starts en stops van de compressor (en indien er aanleiding toe is analyseren) per draai-uur mag u niet meer dan 3 start/stops hebben.
• Het uitlezen van recente storingen en, indien deze er zijn, analyseren
• Controleren Glycol gehalte van de bron
• Het toestel testen op aanwezige functies: verwarming / tapwater verwarming / koeling / draaien van pompen / omlopen van kleppen (Zet tijdens deze test een eventueel andere aanwezige geluidsbron (radio) uit en luister of alles normaal klinkt / niets aanloopt)
• Meten en noteren van elektrische stroom per fase: te veel stroomverbruik kan bijvoorbeeld duiden op slijtage.
• Meten en noteren van het temperatuurverschil (delta T) van de bron en afgifte.
• Inspectie van de leidingfilters en indien nodig reinigen: warmtepomp eerst uitzetten, dan afsluiters dicht, filters uitnemen schoonspoelen en terugplaatsen. Als filters ernstig vervuild zijn kan dit bijvoorbeeld duiden op een lekkage.
• Visuele inspectie van compressor en koudemiddel-leidingen.
Onderhoud en inspectie: lucht/water warmtepomp voor woning verwarming/koeling.
• Controleren van de waterdruk in het afgiftesysteem
• Controleren van de expansiemogelijkheid (expansievaten)
• Inspectie van de bedrading: zit alle bedrading goed vast, is deze nergens beschadigd
• Inspectie van leidingen: is er nergens een lekkage/ of spoor van lekkage
• Inspectie van onderdelen: zitten kleppen, compressor, pompen, isolatie, enz. nog goed bevestigd
• Het laten draaien van de ventilator en kijken of de goed in balans loopt.
• Bij een ventilatielucht warmtepomp de filters vervangen.
• Doorlopen van het 'warmtepomp menu': staan er geen vreemde instellingen in, geven alle temperatuur sensoren de juiste waarde weer?
• Noteren van het aantal draaiuren: door deze te vergelijken met voorgaande jaren heeft u een indruk of er geen vreemde afwijkingen zijn.
• Noteren van het aantal starts en stops van de compressor (en indien er aanleiding toe is analyseren)
• Het uitlezen van recente storingen en, indien deze er zijn, analyseren
• Het toestel testen op aanwezige functies: verwarming/ tapwater verwarming/ koeling / draaien van pompen / omlopen van kleppen (Zet tijdens deze test een eventueel andere aanwezige geluidsbron (radio) uit en luister of alles normaal klinkt / niets aanloopt)
• Meten en noteren van elektrische stroom per fase: te veel stroomverbruik kan bijvoorbeeld duiden op slijtage.
• Meten en noteren van het temperatuurverschil (delta T) van de verdamper en condensor.
• Visuele inspectie van compressor en koudemiddel-leidingen
Levensduur van een warmtepomp
Jaarlijks onderhoud en inspectie van een warmtepomp verlengt bijna altijd de levensduur van de warmtepomp. Immers eventuele gebreken worden dan op tijd ontdekt en hersteld.
Navraag bij verschillende fabrikanten leert ons dat de economische levensduur van een warmtepomp op 10 jaar wordt gesteld, en de te verwachten levensduur op 15 jaar. Daar wordt mee bedoeld dat je voor afschrijving rekening moet houden met 10 jaar, de dagwaarde is dan min of meer € 0. Maar de verwachting van de werkelijke levensduur is dus 15 jaar.
Het duurste onderdeel van de warmtepomp is meestal de compressor.
Over compressoren, in warmtepompen van 2 tot 20 kW, hoorde we de volgende:
Bij goed gebruik en een juiste montage en configuratie :
- Gaat een compressor van een warmtepomp circa 100.000 draaiuren mee
- Gaat een compressor van een warmtepomp circa 120.000 starts mee.
Als we hier even mee rekenen:
-
Een modulerende compressor zal per jaar meer uren draaien dan een aan uit compressor.
Stel dat er per jaar 2000 vollast uren nodig zouden zijn (wat veel is voor normaal gebruik) en de modulerende compressor gemiddeld op 40% van zijn vermogen draait, dan zijn er dus 5000 deellast uren per jaar.
100.000 draaiuren : 5000 uur = 20 jaar.
-
Een aan/uit compressor zal per jaar meer start- en stops maken dan een modulerende compressor.
Stel dat ook hier per jaar 2000 Vollast uren nodig zouden zijn (wat veel is voor normaal gebruik) en deze het maximaal toegestaan
aantal starts en stops zou maken van 3 per draaiuur; Dan zijn er per jaar 3 x 2000 = 6000 start/stops.
120.000 : 6000 = 20 jaar.
Dat zit dus normaal gesproken wel goed met de levensduur.
Onderhoud en inspectie van de warmtepomp (iets uitvoeriger) :
Zorg voor een goede procedure om gemelde storingen zo snel mogelijk in beeld te krijgen bij de verantwoordelijke persoon, zodat deze tijdig kunnen worden ingepland en afgehandeld. Gedacht kan worden aan een (tijdelijk) monitoringsysteem om inzicht te krijgen in het gedrag van de installatie en snel oorzaken van eventuele storingen te kunnen vaststellen.
Een rapportageprotocol voor de nazorgactiviteiten is wenselijk om de bevindingen naar de opdrachtgever/gebruiker te communiceren. Er moeten standaard inspectie- en onderhoudsrapporten worden opgesteld die fungeren als checklist bij de service en het onderhoud.
Leg ervaringen vast in evaluaties. Gebruik hiervoor documenten zoals die zijn gemaakt in de Uitwerkingsfase. Verzorg interne kennisoverdrachtstrajecten om de leermomenten te delen met collega’s, zeker wanneer warmtepompsystemen een nieuwe techniek zijn binnen het bedrijf. Neem hierbij ook de leermomenten van storingsmeldingen mee. Zet een procedure op hoe te handelen bij eventuele geschillen. Streef naar standaardisatie van gebruikte technieken en maak gebruik van standaard subsystemen. Een aantal componenten van de warmtepompinstallatie, zoals LTV, betreffen technieken die ook in conventionele installaties voorkomen. Monitor in de beginfase, maar ook gedurende het eerste jaar, de nieuwe installatie op technisch en energetisch functioneren.
Om een langdurig en probleemloos functioneren van een warmtepompsysteem te bewerkstelligen dienen jaarlijks een aantal controle en/of onderhoudsacties te worden uitgevoerd. Alle acties dienen hierbij te worden uitgevoerd door deskundig personeel. Verder is het hierbij van belang de onderhoudsvoorschriften, zoals door de leverancier van de warmtepomp is opgesteld, in acht te nemen.
Het onderhoud van warmtepomp installaties is onder te verdelen naar een aantal hoofdpunten.
Belangrijke te onderscheiden hoofdpunten zijn:
Algemene onderhoudspunten met betrekking tot de opstellingsruimte en aanwezige leidingen en appendages;
- meten van installatieparameters
- aandrijving van de compressor
- de verdamper
- de condensor
- de tapwaterbereiding
- de regeling en beveiliging.
Belangrijk hierbij is het bijhouden van een logboek waarin wordt vastgelegd wat de uitgevoerde actie is: controle of meting en de eventuele vervolgacties zoals afstellen, reinigen of vervangen van onderdelen. Volledigheidshalve kunnen in het logboek ook de algemene gegevens worden vastgelegd zoals: abonneenummer, onderhoudsnummer, merk en type, bouwjaar, naw gegevens, lokatie en onderhoudsbedrijf, telefoonnummers, datum en tijd van het bezoek, opmerkingen, advies en gebruikte materialen.
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen alleen worden uitgevoerd door daarvoor erkend personeel conform de wettelijke voorschriften (F-gas certificaat voorheen Stek). Soms stellen ook warmtepompleveranciers eisen ten aanzien van de frequentie van het te plegen onderhoud.
Voordat wordt aangevangen met de onderhoudswerkzaamheden is het wenselijk vast te stellen hoe de warmtepomp heeft gefunctioneerd volgens gebruiker. Controleer of de opstellingsruimte nog voldoet aan de veiligheidseisen, hierbij valt te denken aan de elektrische installatie, ventilatievoorzieningen, waterzijdige aansluiting op bron en afgifte inclusief appendages zoals waterfilters, debietschakelaars, warmtewisselaars, afsluiters etc. Hierbij dient ook de waterdruk in het systeem, de staat van de (dampdichte) isolatie en de werking van het expansievat en overdrukventiel te worden gecontroleerd. Indien ontwerpspecificaties voor de bron niet worden gehaald moeten leidingen, warmtewisselaar en appendages worden gereinigd. In geval van een brijn (brine) systeem moet de concentratie glycol en/of antivries worden gecontroleerd en indien nodig verhoogd. Sommige warmtepompen beschikken over een luchtfilter, dit dient te worden gecontroleerd op vervuiling en eventueel vervangen. Het aantal draaiuren en aan-/uitschakelingen wordt vastgelegd in een logboek. Voor een storingsvrij functioneren van de grotere warmtepompen is het wenselijk te controleren dat de aandrijfriemen (indien aanwezig) in een goede conditie verkeren.
Om het functioneren van de warmtepomp te controleren dient een aantal metingen te worden verricht. Parameters zijn de netspanning , het elektriciteitsverbruik bij vollast, het warmtapwaterdebiet, de instelling van de warmtapwatertemperatuur, de Koudemiddeldruk (alleen als daar aanleiding toe is) en hoeveelheid en het temperatuurverschil en debiet waterzijdig over verdamper en condensor. Reinig de verdamper (buitenunit) extern en de eventuele ventilatoren van warmtepompsystemen die lucht als bron hebben. Reinig ook de vuilfilters welke opgenomen zijn in de leidingen van het brine of water (deze zitten vaak voor de condensor en verdamper om te voorkomen dat deze inwendig vervuilen).
De tapwater bereiding moet worden gecontroleerd op de werking van de driewegklep, inlaatcombinatie, de boiler, de isolatie van de boiler en de beschermingsanode van de boiler (indien aanwezig en nodig).
Belangrijk is het gegeven of de installatie is voorzien van monitoring. Hiermee is een keur aan gegevens beschikbaar die aanwijzingen kunnen geven voor het gewenste onderhoud. Belangrijk voor de regel- en beveiligingsinstallatie is een controle van alle instellingen, zijn deze nog conform de eerste inbedrijfstelling. Kijk of de bijstook juist is ingeregeld en of de bedrading in goede staat verkeert. Controleer de werking van de pressostaat. In geval het bronsysteem gebruik maakt van een brijn (brine) als transportmedium dient de vorstbeveiliging te worden gecontroleerd op zijn werking.
4 type onderhoud (vastgesteld in ISSO)
- Planmatig onderhoud;
- Preventief onderhoud;
- Correctief onderhoud;
- Klachtenonderhoud.
Planmatig onderhoud
Dit is het onderhoud dat veelal door fabrikanten van installatiedelen in de onderhouds- en bedieningsvoorschriften is opgenomen. De frequentie van dit onderhoud is dus vastgesteld. Zo wordt duidelijk wanneer een bepaald installatiedeel moet worden onderhouden. Dit is bijvoorbeeld het smeren van lagers, verwisselen van filters, periodiek ontkalken en/of vervangen van onderdelen.
Preventief onderhoud
Preventief onderhoud wordt gebaseerd op een waarneming aan apparatuur dat er een storing te verwachten is. Deze verwachting wordt met behulp van monitoring bepaald. Een voorbeeld hiervan is het meten van trillingen aan lagers. Wordt een bepaalde trillingsgraad overschreden, dan is dit een aankondiging dat het lager defect raakt en vervangen moet worden.
Preventief onderhoud is een vorm van situationeel onderhoud zonder rekening te houden met vaste onderhoudsintervallen. Een analogie is te vinden in de automobielindustrie. Sommige automobielfabrikanten laten het motormanagement bepalen wanneer onderhoud noodzakelijk is.
Correctief onderhoud
Correctief onderhoud is onderhoud dat nodig is in het geval van storingen. Storingen zijn per definitie onverwacht. De reactietijd bij storingen is afhankelijk van de urgentie voor de gebruiker. Dit urgentieniveau kan in het ontwerp te bepaald worden in overleg met de eindgebruiker. Verder kan het zijn dat bij urgente storingen vervanging van het installatiedeel niet direct mogelijk is omdat het nieuwe installatiedeel een bepaalde levertijd kent. Het is dus belangrijk om van de kritische installatiedelen reserveonderdelen beschikbaar te hebben.
Klachtenonderhoud
Klachtenonderhoud kan optreden als er bijvoorbeeld ontwerpfouten zijn gemaakt, of dat een ruimte anders gebruikt wordt dan waarvoor deze bedoeld is. Met behulp van het datamodel wordt in de ideale situatie beter inzichtelijk wat de oorzaak is van de klacht waarop een beheerorganisatie actie kan ondernemen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij tochtklachten in een woonruimte. In het datamodel tijdens de ontwerpfase is de ruimte aangegeven als kleine kantoorruimte met veel warmteproducerende apparatuur zoals pc's, terwijl in de beheer- en gebruiksfase de ruimte een woonfunctie heeft gekregen.