NUL OP DE METER / BENG NORM 2021 en andere begrippen.

Nul op de meter (NOM) woning

De bewoording zegt het eigenlijk al ‘nul op de meter’, in deze woning wordt net zoveel energie opgewekt dan de woning + inwoners verbruiken. Dus ook de stroom voor consumptieverbruik: apparatuur zoals TV, radio, wasmachine, vaatwasser enz. wordt meegeteld. Figuurlijk moet de meter aan het eind van het jaar op 0 staan.  Als 5000 kWh is verbruikt moet dus ook 5000 kWh zijn opgewekt. Dat is het principe.  In de markt wordt dit soms ook wel ‘energienotaloos’ genoemd.

 

Nul op de meter bouwen

 

Addertje onder het gras:

In bovenstaande beredenering mag je dus energieverbruik weg strepen tegen energie opwekking.  Zelfs als je aardgas verbruikt, welke natuurlijk een bepaalde energie waarde heeft, mag je dit wegstrepen tegen opwekking van elektriciteit. Het gaat dus om theoretische waarden die in balans moeten komen.

Stel nu dat je alleen elektriciteit verbruikt en opwekt en je komt aan het einde van het jaar op 0 uit dan nog is het niet zo dat je onafhankelijk bent geworden van energieleveranciers. Immers waarschijnlijk ben je in de zomer stroom aan het terug leveren op het net en verbruik je ’s avonds en in de winter stroom uit het net.  Opwekking en verbruik zijn dus niet gelijktijdig in balans maar komen dit pas, op papier, na een jaar.  Zolang, in deze situatie, het salderen van kracht blijft betaal je geen verbruikskosten voor kilo-Watt-uren elektra. Immers salderen houdt in dat je opwekking mag wegstrepen tegen over verbruik.

Als het salderen ophoudt betaal je voor afgenomen stroom uit het net en krijg je een veel kleiner bedrag terug voor geleverde energie naar het net. Theoretisch heb je dan wel een 0 op de meter woning maar reken je dus toch energieverbruikskosten af.

Nul op de meter wil dus niet zeggen dat je niets hoeft af te rekenen.  (* Het salderen blijft mogelijk tot 2025)

 

Een energie neutrale woning

Een energie neutrale woning:  Dit is een woning waarbij net zoveel energie wordt opgewekt als energie verbruikt welke nodig is voor het verwarmen en/of koelen van de woning. Hierbij wordt dus niet gekeken naar energie die nodig is voor consumptie, zoals tv, radio, wasmachine, enz. maar alleen naar koelen/verwarmen van het gebouw.
 

In een Nationaal Plan  is bepaald dat een volledig energieneutraal gebouw een EPC = 0 heeft. De energieprestatiecoëfficiënt EPC wordt bepaald aan de hand van de norm NEN 7120: Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode (EPG). Belangrijkste kenmerken:

  • het energiegebruik wordt bepaald onder standaard gebruik- en klimaatcondities;
    alleen het gebouwgebonden energiegebruik wordt gewaardeerd in de energieprestatie;
    gebiedsgebonden maatregelen kunnen - indien aan de orde - met de EMG worden gewaardeerd; de opwekking van energie kan in en buiten het gebouw plaatsvinden; hernieuwbare energiebronnen worden gewaardeerd; het netto energiegebruik wordt bepaald over een jaar.

BENG EISEN EN NORM

Oud:

EPC = Energie Prestatie Coëfficiënt (vanaf 1 januari 2021 in de kast)

EPG = Energie Prestatie Gebouwen
EPN = Energie Prestatie Norm

 

Vanaf 1 januari 2021 wordt het wettelijk verplicht om (bijna) energieneutraal te bouwen.

BENG staat voor "Bijna EnergieNeutraal Gebouw". Voor het berekenen van de energieprestatie nemen we dus afscheid van de EPC en gaan we over naar drie energieprestatie-indicatoren. Daarmee worden allereerst de wettelijke eisen voor BENG gesteld.


•    BENG 1: De energiebehoefte indicator van het gebouw in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (kWh/m²)/
•    BENG 2: De primair fossiele-indicator in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (kWh/m²).
•    BENG 3: Het aandeel hernieuwbare energie in procenten (%).

 

Wat houden de BENG-eisen in?

De energiebehoefte (BENG 1) is een maat voor de energiezuinigheid van het gebouw zelf. Het gaat daarbij om de energiebehoefte voor zowel verwarming als koeling, onafhankelijk van de aanwezige  installaties. Naast  thermische isolatie hebben zaken als zon-oriëntatie en kierdichtheid daar invloed op. Er wordt ook rekening gehouden met een vaste hoeveelheid ventilatielucht. Ventileren is immers noodzaak bij kierdichte woningen.
 

De hoeveelheid primaire fossiele energie (BENG 2) is het best voor te stellen als de energie-inhoud van de oorspronkelijke brandstof, bijvoorbeeld in de elektriciteitscentrale. Doordat er een aandeel hernieuwbare (duurzame) energie wordt gevraagd (BENG 3), is te concluderen dat dit verplicht wordt. Daarbij telt niet alleen directe opwek mee, zoals in zonnepanelen of –collectoren, maar ook het gebruik van omgevingswarmte uit bijvoorbeeld de bodem of de lucht via een warmtepomp.

 

Een lage energiebehoefte (BENG 1) is een randvoorwaarde voor een robuust energieconcept. Het is eigenlijk niet meer dan logisch om hier apart naar te kijken vanwege het verschil in technische levensduur van gebouw en installaties. Gedurende de technische levensduur van de gebouwschil worden bepalende installatie-componenten, zoals de warmteopwekker (warmtepomp / ketel / of anders) , een aantal malen vervangen. Onafhankelijk van die opwekking is dan een beperkte energiebehoefte verzekerd precies zoals de  ‘Trias Energetica’ ons leert.

 

BENG  1. Energiebehoefte in kWh/m² per jaar

Beng 2020

 

De geometrie van een gebouw heeft invloed op de eis voor BENG-1. De geometrie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het verliesoppervlak (Als) en het gebruiksoppervlak (Ag) van een woning. Als deze verhouding ongunstig is, wordt de grenswaarde voor BENG-1 hoger. Bij grondgebonden woningen ligt de ‘knik’ in de grafiek bij een Als/Ag van 1,5. Bij een woongebouw ligt de ‘knik’ bij 1,83.


Bij woongebouwen is de grenswaarde voor BENG-1 meestal 5 kWh/m2 hoger dan voor grondgebonden woningen. Bij woongebouwen met een ongunstige geometrie is dat niet zo. Bij gebouwen met een lichte bouwconstructie (zoals skeletbouw op basis van staal of hout) is de grenswaarde voor BENG-1 met 5 kWh/m2.jr verhoogd. In de grafiek is dit weergegeven met een lichtblauwe lijn.

In de praktijk komen we met Als/Ag vaak tot deze uitkomst:

Woongebouwen (flatwoning bijvoorbeeld):   0,8 – 1,8
Tussenwoningen: 1,2 – 2,0
Hoekwoningen en 2-kappers: 1,6 – 2,4
Vrijstaande woningen : 1,8 – 3,0

 

Voor het bepalen van de energiebehoefte wordt de energiebehoefte voor verwarming en koeling opgeteld. Deze kijkt naar een optimale kwaliteit van de gebouwschil waarbij zowel de verhouding glas ten opzichte van dichte gevel, de mate van isolatie, de mate van kierdichting als de aanwezigheid van koudebruggen een rol speelt. Niet alleen isolatie, maar juist het samenspel van bovenstaande factoren, de vorm (geometrie) en de ligging van een gebouw zijn van belang om de energiebehoefte van een gebouw zo veel mogelijk te beperken. BENG 1 gaat over al deze factoren. Hierbij wordt gerekend met een vastgesteld ‘neutraal’ ventilatiesysteem. Ventileren is immers noodzaak in een kierdichtgebouw.  De energiebehoefte invullen kan met hernieuwbare of fossiele energie.


BENG 2. Primair fossiel energiegebruik in kWh per m² per jaar.

Het primair fossiel energiegebruik is een optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. (Alleen voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging mee) . Voor zowel woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik mag worden afgetrokken!


BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie in %.

Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door het totaal van hernieuwbare energie en primair fossiel energiegebruik. Hernieuwbare energie is afkomstig uit zon, biomassa, buitenlucht en bodem en vergroten het aandeel hernieuwbare energie.

 

BENG eisen per gebouwtype;

  1 2 3
Soort pand Maximale
energie
behoefte
kWh/m²/jaar
Maximaal
fossiel
verbruik
kWh/m²/jaar
Minimaal
percentage
hernieuwbare
energie %
 
Woning 55 30 50
Woongebouw 65 50 40
Kantoren 90 40 30
School 190 70 40
Zorg zonder bed 90 50 40
Zorg met bed 350 130 30
Winkel 70 60 30

 

Beng 2020

 

De BENG eisen zijn gesteld op basis van de Trias Energetica, een driestappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken.

 

Betere isolatie en betere luchtdichtheid zijn consequenties van de eisen. Hierdoor wordt het realiseren van een gezond binnenklimaat in hogere mate afhankelijk van de voorzieningen voor de luchtverversing in de gebouwen. Bij de verdere ontwikkeling van bijna-energieneutrale concepten is dit een belangrijk aandachtspunt. Van belang is dat ontwerpers van gebouwen in hun ontwerp rekening houden met de circulatiestromen van koude lucht in een gebouw. Bij de verdere ontwikkeling van bijna-energieneutrale concepten is dit een belangrijk aandachtspunt

 

Beperken risico op oververhitting nieuwbouw woningen: TOjuli

We worden geconfronteerd met steeds warmere zomers. Hiermee neemt de noodzaak toe om maatregelen te treffen om het risico op oververhitting bij nieuwbouw woningen te beperken. Nieuwe woningen worden zo energiezuinig mogelijk gebouwd, en houden daardoor hun warmte beter vast. Directe zonintreding heeft een grote invloed op oververhitting bij nieuwbouwwoningen wat in de zomer problemen kan opleveren. Hogere binnentemperaturen leiden tot gezondheidsrisico’s en overlast.

Er is een indicator voor verlaging van het risico op oververhitting genaamd: TOjuli  De grenswaarde per 1 januari 2021 voor de TOjuli-indicator is: 1,20. Deze waarde is een indicatiegetal waarmee per oriëntatie van het gebouw inzicht wordt gegeven in het risico op temperatuuroverschrijding in het gebouw. De TOjuli volgt automatisch uit de software van de Energieprestatieberekening volgens de NTA 8800. Woningen met een actieve koeling voldoen automatisch aan de TOjuli-eis.

Een berekening van temperatuuroverschrijding met een dynamisch simulatieprogramma kan specifieker voorspellen wat het risico op zo'n overschrijding is. Indien de TOjuli de grenswaarde van 1,20 overstijgt mag aan de hand van het dynamisch simulatieprogramma Gewogen Temperatuuroverschrijding (GTO) alsnog aangetoond worden dat het risico op oververhitting acceptabel blijft. De grenswaarde voor de GTO is vastgesteld op 450 uur volgens de uitgangspunten van de berekening.

 

Een Passief huis

Een passiefhuis is een woning die zeer goed geïsoleerd en ‘luchtdicht’ is.  
Natuurlijk moet deze woning wel voldoen aan alle richtlijnen en zal er dus geventileerd moeten worden. Op basis van CO² meting moet buitenlucht binnen worden gelaten middels, bijna altijd,  een WTW systeem (warmte terugwinning uit de ventilatie lucht).

Een passief gebouwde woning of utiliteitsgebouw heeft een zeer laag energiegebruik, maar is dus niet per definitie energieneutraal. Passiefhuizen mogen niet meer dan 15 kWh/m² per jaar verbruiken voor ruimteverwarming. De EPC voor passief gebouwde woningen ligt ongeveer tussen 0,3 en 0,4.

Verder valt op te merken dat architecten vaak de behoefte hebben om een dergelijke woning ook een onnatuurlijk / aparte uitstraling mee te geven. Dat is natuurlijk mooi maar niet noodzakelijk. Wel is het van belang dat goed wordt nagedacht over de invloed van zon op glas, ook al is dat 3 laags glas.  Vaak zien we dat dit type woning te warm wordt in de zomer... om dan flink te gaan koelen is natuurlijk niet de bedoeling. Denk daarom aan zonwering aan de buitenzijde van de woning. Anders pakt de energie voor koeling hoger uit dan voor verwarming. Ook de keuze van apparaten is dan enorm belangrijk.  Kies voor LED lampen, beeldschermen en energiezuinige toestellen die niet te veel warmte uitstraling hebben.

nZEB

Naast de erkende NOM, BENG, Passieshuis, Energie Neutraal, verschijnen soms ook nog andere termen zoals bijvoorbeeld nZEB

Dit staat voor nearly Zero Energy Building (bijna 0 energie gebouw) 

Deze term komt van een bedrijf dat Europees een rekentool op de markt heeft gebracht.

Met die tool kunnen bouwers, ontwikkelaars, architecten en adviseurs energieprestaties van een gebouw integraal doorrekenen. De rekentool maakt energieprestaties nauwkeurig voorspelbaar zodat bouwers garanties kunnen afgeven aan toekomstige bewoners op het werkelijke energieverbruik.

De bouwfysische berekening PHPP vormt de basis van de rekenkern. Met de Nederlandse editie van deze rekentool, voorzien van Nederlandstalig handboek en datasheets voor de Nederlandse bouwpraktijk, wordt aan de toenemende vraag voldaan naar een berekeningsmethode die de energieprestaties van zeer energiezuinige gebouwen realistisch inzichtelijk maakt.

Verbruik en rendementen van verschillende ‘renewables’, zoals douche-WTW, warmtepompen, pv-panelen en heatpipes, kunnen bijvoorbeeld direct in de berekening worden gebruikt. De nZEB-tool is dan ook toepasbaar voor alle zeer energiezuinige woningen die nu in Nederland gebouwd of verbouwd worden. Specifiek ontwikkelde en in de tool opgenomen databladen zijn direct bruikbaar om de resultaten voor verschillende energiezuinige woningconcepten helder weer te geven. Denk bijvoorbeeld aan ‘nul-op-de-meter ‘ (NOM + EPV), Passiefhuis en binnenkort ook Active House (nog in ontwikkeling).

Ongetwijfeld volgen er nog meer namen die het geheel er niet echt duidelijker opmaken. Aan de andere kant wordt het met al die kreten duidelijk dat er volop beweging is.

 

Is het moeilijk om een 'nul op de meter' woning te realiseren?

Nee, theoretisch is het heel eenvoudig, als je namelijk zoveel PV panelen zou kunnen plaatsen die net zoveel opleveren dan dat je verbruikt dan ben je er. Dus eigenlijk hoeft je woning niet eens ‘zuinig’ te zijn.  Maar PV panelen nemen veel plaats in en werken  op hun best als ze naar het Zuiden worden gericht en dat samen wordt in de praktijk de moeilijke factor, naast dat elk paneel extra om meer investering vraagt natuurlijk. Kortom hoe minder je verbruik is, hoe minder PV panelen nodig zijn om een 0 op de meter woning te realiseren.

Daarnaast is het zo dat in projecten van NUL OP DE METER woningen vaak meerdere eisen worden vastgesteld.
Dus ook aan EPC (isolatie waarde) enz.

 

Laten we een nul op de meter woning beredeneren;

We bouwen een nieuwe 2 onder een kap woning met een GO van 125 m² welke voldoet aan Rc 7 norm, we gebruiken voor verwarmen een lucht/water warmtepomp met SPF 4,8 (jaar rendement). Voor ventilatie kiezen we de CO2 gestuurde oplossing. Het te verwachten jaar verbruik elektra is dan (35 W x 125 m² x 1012 uur) = 4427 kWh af te geven per jaar voor verwarming.

Geeft 4427 kWh  : SPF 4,8 = 922 kWh
 

We gaan uit van 3 bewoners.

De bedoeling is dat het gezin zuinig omgaat met tapwater, we gaan uit van een elektraverbruik van 1071 kWh per jaar voor tapwater (3 personen WP verbruik per jaar) met een warmtepomp.

 

Voor het bepalen van het consumptie gedrag leggen we de lat iets hoger en gaan we uit van het streef getal, immers als iemand een nul op de meter woning wil zal daar ook iets van uit moeten gaan.

We nemen als voorbeeld voor 3 personen 3300 kWh huishoudelijk verbruik per jaar.

Opgeteld wordt het totaal energieverbruik voor onze voorbeeld woning:
 

922 kWh voor verwarming + 1071 kWh voor tapwater + 3300 kWh consumptie verbruik.
 

Totaal energiejaarverbruik voor dit voorbeeld = 5293 kWh per jaar.

 

Als we een nul op de meter woning (NOM) willen realiseren moeten we dus 5293 kWh stroom produceren met onze PV panelen.  Moderne PV panelen zijn thans zo’n 300 WP (Mono en Poly Kristalijn) en brengen, indien goed geplaatst en zuid gericht,  270 kWh per jaar op.  Dat betekend dat we 5293 kWh : 270 kWh = 20 PV panelen moeten plaatsen om met deze woning tot nul op de meter te komen.

 

De vraag is dus of we op het dak ruimte hebben voor 20 panelen die ook nog eens redelijk goed gericht moeten kunnen liggen.

 

Een NOM woning uit de praktijk:

 

Project: BAM /  Stroomversnelling   renovatie 55 woningen te Heerhugowaard:

De woningen werden compleet gerenoveerd:
 

  • Dak prefab met een Rc waarde van 5,0 m²K/W
  • Gevel prefab met een Rc waarde van 5,0 m²K/W
  • Kruipruimte gevuld met Chips Rc waarde van 4,0 m²K/W
  • Beglazing 3 laags met een U waarde van 0,7 W/m²K
  • Ventilatie:  WTW systeem
  • Lucht/water warmtepomp voor verwarming en tapwater
  • 33 stuks PV panelen van elk 270 WattPiek in een oost/west opstelling

De van te voren berekende en uitgedachte balans:
 

Verbruik voor verwarming: 1719 kWh
Verbruik voor tapwater: 1290 kWh
Verbruik voor ventilatie: 475 kWh
Verbruik huishoudelijk / consumptie: 2500 kWh
Totaal: 5984 kWh elektriciteitsverbruik
Opwekking PV 5984
Netto energie verbruik = 0 kWh

 

Na, één jaar meting bleek dat alle 55 woningen aan het nul op de meter concept voldoen.

Wat opviel over de 55 woningen was dat er een grote spreiding was in het huishoudelijk / consumptie verbruik, dat was ook voorspelbaar natuurlijk.  Daarnaast was er één woning met 250 kWh meer tapwater verbruik en 4 woningen met meer energieverbruik voor verwarming. 
Voor PV was een minimale levering van 6000 kWh in het contract opgenomen. Dit werd bij elke woning gehaald.

De opbrengst varieerde van ca 6300 kWh tot 7750 kWh.  (Als alle panelen goed op het zuiden gericht konden worden dan zou 33 panelen x 270 WP x 0,9 x 0,95 is 7618 kWh te verwachten zijn).  Vanwegde de variatie in noord/zuid/oost/west van de woningen liep de opbrengst dus uiteen zoals omschreven.

Conclusie:  Een NOM (Nul Op de Meter) woning is een haalbare zaak.


(Met dank aan de NAM en Stroomversnelling voor de gegevens van dit project).


 

Verklaring van begrippen welke vaak gebruikt worden bij NOM woningen in de huursector:

 

  • Aanbesteden

Traditionele opdrachtverstrekking met technische specificaties via een gedetailleerd bestek en tekeningen op basis van het UAR (Uniform Aanbestedingsregelement).

  • Afnemen

Binnen deze context wordt gedoeld op het kopen van een bestaand product of een nog te ontwikkelen product op basis van een bestaand concept.

  • Bedrijfswaarde

De bedrijfswaarde van een woning bestaat uit het saldo van alle inkomsten en uitgaven tijdens de levensduur van de woning, contant gemaakt tegen een disconteringsvoet (rendementspercentage).

  • Businesscase

In een businesscase worden de kosten tegen de baten afgewogen. Binnen deze context wordt gedoeld op het rendement van een investering op lange termijn. Dit rendement bestaat onder andere uit toekomstige inkomsten en de daarbij behorende risico’s. Vaak wordt aan de hand van de businesscase besloten om wel of niet te starten en/of verder te gaan met een project.

  • Businessmodel

Hierin zijn de verschillende bedrijfsaspecten ondergebracht, waaronder operationele, organisatorische en financiële aspecten, maar ook ideële aspecten en imago. In deze context zijn met name de financiële aspecten van belang, oftewel het verdienmodel.

  • Duurzame energie

Duurzame energie is energie uit hernieuwbare energiebronnen als bedoeld in artikel 2 van de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (Pb EU 2009, L 140). Duurzame energie is de verzamelnaam voor energie uit hernieuwbare bronnen zoals warmte en koude, biomassa, zon, wind, bodem en water. Deze bronnen leveren elektriciteit, (bio) gas en warmte, of een combinatie daarvan. Door gebruik te maken van duurzame, hernieuwbare energie hebben we minder energie uit fossiele bronnen nodig. De voorraad kolen, olie en gas raakt immers ooit uitgeput, en verbranding van fossiele brandstoffen schaadt het milieu.

  • Energiebundel

In de Energiebundel staan de uitgangspunten van en de beschikbare capaciteit aan kWh voor de drie onderdelen: gebruiker- en gebouwgebonden energiegebruik en energieopwekking.

  • Energieprestatie-vergoeding

Dit is een maandelijkse vergoeding die door de verhuurder aan de huurder in rekening gebracht mag worden als de woning dusdanig is uitgerust dat met de aanwezige energielevering en de aangebrachte energiebesparende voorzieningen de woning een zogenoemde Nul op de meter (NOM) woning is. De EPV wordt als (nieuw) onderdeel in rekening gebracht naast de huurprijs en de servicekosten.

  • Functioneel uitvragen

Het vragen van een projectvoorstel aan verschillende aanbieders op basis van gewenste functionele prestaties.

  • Gebruiker gebonden energie

Dit is de energie die de gebruiker verbruikt voor koken en huishoudelijke elektrische apparatuur.

  • Gebouwgebondenenergie

Dit is de energie die nodig is voor ruimteverwarming en -koeling, tapwaterverwarming, ventilatie, verlichting en hulpenergie van de woning.

  • Investerings-capaciteit

Dit is het verschil tussen de (berekende) waarde van de woning voor renovatie en na renovatie en is het maximale bedrag dat per woning besteed kan worden.

  • Marktwaarde

De marktwaarde van een woning is de (ver)koopprijs van de woning of: bestaat uit de koop-/aanneemsom, eventueel vermeerderd met grondprijs, bouwkosten, meerwerk, bouwrente en aansluiten nutsvoorzieningen of: is de getaxeerde waarde, eventueel na ver(nieuw)bouw.

  • Nul op de meter

Bij een Nul op de Meter woning zijn de in- en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie (o.a. ruimteverwarming, -koeling, warm tapwater gebruik) en het gebruik van huishoudelijke apparatuur op jaarbasis per saldo nul, onder standaard klimaatcondities zoals die gelden in Nederland en bij gemiddeld gebruik van de woning, zoals vastgelegd in de ontwerpuitgangspunten en onderbouwd door Nederlandse normen.

  • Onrendabele top

Dat deel van de renovatie en nieuwbouw per woning dat niet wordt gedekt door toekomstige opbrengsten. Dit gaat ten koste van de vermogenspositie van de corporatie.

  • Prestatiegarantie

Met prestatiegarantie wordt gedoeld op het garanderen van functionele prestaties van een woning(systeem).

  • Procescoaching

Procescoaching helpt bij het loskomen van bestaande praktijken en kaders. Een procescoach helpt zowel de woningcorporatie als de consortia vorm en richting te geven aan het nieuwe proces.

  • Prototype

Een prototype is een eerste model van een product, handgemaakt of via rapid prototyping, waarmee optredende krachten, de werking of passing van onderdelen, worden getest en de productie wordt voorbereid.

  • Research & Development

Onderzoek & Ontwikkeling behelst het proces van proces- en productinnovatie. R&D wordt vaak als één proces gezien, in de praktijk blijken de meeste bedrijven onderzoek (Research) te scheiden van de implementatie van technologie in nieuwe producten (Development).

  • Salderen

Salderen, opgenomen in de Elektriciteitswet van 1998, betekent dat een kleinverbruiker de energie die hij teruglevert aan het net, kan wegstrepen tegen zijn energieverbruik bij een energieleverancier. De salderingsregeling geldt alleen voor kleinverbruikers die een 3 x 80 ampère aansluiting hebben. De regeling is geldig tot 2025, op dat moment zal deze regeling worden afgebouwd. 

  • Soft Selection Methode

Bij deze selectiemethode participeren alle relevante partijen. Naast harde eisen, zoals het energiezuiniger maken van woningen, worden ook softe selectiecriteria ingezet. Bijvoorbeeld voor onderdelen die sterk afhankelijk zijn van de inzet van bewoners.

  • Total Cost of Ownership (TCO)

TCO is een financieel concept waarbij het totaal aan alle directe en indirecte kosten van een product of systeem wordt berekend of geschat. Niet alleen de aanschafkosten, maar ook de kosten voor onderhoud, verzekering, actueel houden en eventuele opleidingen voor personeel worden hier in meegenomen. Dit helpt bijvoorbeeld een koper om de juiste keuze te maken.

  • Uitvragen

De markt vragen een voorstel uit te brengen op basis van gewenste prestaties. Mogelijke specificatietypen: technisch en/of functioneel.

  • Vernieuwbouw

De woning krijgt door renovatie de kwaliteit, het comfort, de levensduur en de eigentijdsheid van een nieuwbouwwoning.

  • Warmtenetten

Warmtenetten zijn volgens de wet het geheel van (transport)-leidingen, installaties en hulpmiddelen voor zover die niet liggen in het gebouw van de verbruiker (de klant of afnemer) of van de producent om warmte te leveren aan die verbruikers. Warmte kan zowel warm water zijn als warm tapwater. Warmtenetten die onder de wet vallen:

- Warmtenetten waardoor warmte wordt geleverd in complexen, bij voorbeeld flats, met een gemeenschappelijke installatie. Dit is de bekende blokverwarming.

- Warmtenetten die warmte (en koude) leveren, zoals bij warmte-koude installaties (WKO)

- Stadsverwarmingsnetten.

  • Woonlasten

Het totaal aan huurlasten, energielasten en servicekosten.

Go to top

logo© Warmtepomp-tips.nl, vrijdag 11 oktober 2024

Pagina: - Nul op de meter en Beng normen
Tags:meter, nul, NOM, BENG, norm, epc, warmtepomp, verbruik, zuinig,
Beschrijving: In een Nul op de meter woning, met warmtepomp, wordt net zoveel energie opgewekt dan de woning + inwoners verbruiken.