Storing en of klachten m.b.t. de warmtepomp.
Uw warmtepomp staat in storing of doet niets meer?
Er zijn ondertussen vele merken en soorten warmtepompen op de Nederlandse markt. Helaas is er geen Internationale afspraak met storingscodes, zo kan storing A1 bij het ene merk iets heel anders zijn dan bij het andere merk. Ook een ervaren technicus kent niet van elk merk de storingscodes en betekenis daarvan uit het hoofd. Bent u op zoek naar een storingscode, informeer dan bij de fabrikant van uw warmtepomp naar de lijst van mogelijke storingen. Vaak zijn deze eenvoudig op de website van de fabrikant te vinden.
Het enigste wat u als warmtepompbezitter kunt doen is 1x de warmtepomp resetten, dit gaat meestal d.m.v. het bedienen van het menu. Maar vaak ook is het spanningsloos maken van de warmtepomp: stekker eruit en een minuut later er weer in of de werkschakelaar uitzetten en een minuut later weer aan, ook een manier om te resetten. Komt het toestel toch weer terug in storing neem dan ten alle tijden contact op met uw installateur. U maakt het de installateur natuurlijk makkelijker als u bij storing ook de storingscode opschrijft met tijdstip en datum. Dan kan de technicus gerichter zoeken.
Als de warmtepomp naast een cijfer of lettercode ook extra informatie geeft in het display kunt u die tekst natuurlijk ook bestuderen en eventuele suggesties opvolgen.
De meest voorkomende warmtepomp storingen:
- Onvoldoende water (of water/glycol) in het systeem.
- Lage druk storing.
- Hoge druk storing.
- Communicatie fout of storing.
- Sensorfout of storing.
- Motor bescherming / motorstoring.
- Inverter storing frequentie-regelaar.
- Heetgas alarm / storing.
- Lage bron temperatuur.
- Maximaal temperatuur storing.
- Ontdooien mislukt, ontdooi fout of storing.
- Software fout of software update mislukt.
- Hoog energieverbruik.
- Comfort klachten: het is te koud of te warm.
- Niet overal in huis wordt het voldoende warm.
- Veel start- en stops, pendelen, korte draaitijden.
- Verstopt vuilfilter.
- Luchtfilter alarm.
- Lage olie temperatuur / wachttijd.
- Wat soms tijdelijk een oplossing geeft: Noodstand warmtepomp
Onvoldoende water of water/glycol, bijvullen van de warmtepomp.
U kunt natuurlijk wel kijken of er voldoende water in het systeem aanwezig is, bij een bodemsysteem heeft u zelfs 2 circuits.
De manometer in de cv leiding moet tussen de 0,9 en 2 bar staan, de manometer in het bron systeem moet tussen de 0,5 en 2 bar staan. In plaats van een manometer hebben sommige installaties een doorzichtig drukvat in de bron installatie, dit vat moet minimaal voor 30% zijn gevuld met water/glycol, bijvullen gebeurt tot 75%. Indien de druk aan de cv zijde / afgifte zijde lager is kunt u deze bijvullen met water (net als bij een cv-ketel installatie) indien de bron zijde ’n klein beetje te weinig water/glycol heeft kunt u deze bijvullen met water, u dient dan echter wel de installateur te vragen om op korte termijn het glycol gehalte te komen controleren. Sommige toestellen zijn voorzien van een elektronische manometer duiding. Wat ons betreft werkt de 'oude manometer' zoals hier op het plaatje prima, voor een gebruiker is het dan eenvoudiger om de druk vast te stellen dan dat deze door een digitaal menu moet navigeren.
Warmtepomp hoge- of lage drukstoring.
Het belangrijkste bij een warmtepomp is Flow, Flow en Flow, dat heeft u ongetwijfeld vaker gehoord.
Alle drie de kringen:
- Bron
- Koudemiddelcircuit
- Afgifte systeem
Moeten voldoende circulatie (debiet) hebben! Als dit niet zo is, uit zich dat vaak in een storing in het koudemiddel circuit.
Het koudemiddelcircuit is beveiligd met een lage- en hoge druksensor. Het koudemiddel mag variëren in druk tijdens het proces. Aan de lagedrukzijde mag dit niet onder een bepaalde waarde komen (bijvoorbeeld 1,5 bar) en aan de hogedrukzijde niet boven een bepaalde waarde (bijvoorbeeld 35 bar). Afhankelijk van het type koudemiddel wat in het systeem is gebruikt kan dit een lagere of hogere druk zijn. Elk type koudemiddel heeft zo zijn eigen waarden/eigenschappen.
Lagedrukstoring
Lagedrukstoring van het koudemiddel (circuit) wordt 99 van de 100 keer veroorzaak door geen of te weinig flow is in het broncircuit (verdamper) van de warmtepomp. De warmtepomp kan door de slechte (of geen) flow te weinig energie onttrekken aan de bron, waardoor druk en temperatuur van het koudemiddel te laag worden. Controleer of de bronpomp draait, er geen afsluiters dicht staan, het vuilfilter schoon is en er voldoende water (water/glycol) in het broncircuit zit.
Hogedruk storing
Een hogedrukstoring in het koudemiddel (circuit) wordt 99 van de 100 keer veroorzaak door geen of te weinig flow is in het afgiftesysteem. Het samengeperste gas van hoge- druk en temperatuur kan op dat moment haar warmte onvoldoende kwijt in de condensor (het afgifte systeem) waardoor de druk te hoog wordt en zodoende een storing ontstaat. Controleer of de afgiftepomp draait, er geen afsluiters dicht staan, het vuilfilter schoon is, er voldoende water in het afgiftecircuit zit.
Let op: Als de warmtepomp een hoge- of lage drukstoring geeft tijdens actief koelen is het afgiftesysteem de verdamperzijde (lage druk) en de bronkant de condensorzijde. Het toestel werkt op dat moment net andersom.
Bij een lucht/water-warmtepomp of ventilatielucht-waterwarmtepomp zorgt een ventilator voor de flow aan de verdamper zijde tijdens verwarmen. Controleer daar of er voldoende lucht kan worden aangezogen uit de installatie. Mogelijk draait de ventilator niet of is het luchtfilter ernstig vervuild.
Warmtepomp communicatie storing
De moderne warmtepomp zit vol met elektronica, vaak zijn dit meerdere printplaten. Ook kan er spraken zijn van een geavanceerde ruimte afstand bediening (ruimte thermostaat) of verbinding van een binnen- en buitenunit bij een lucht/water warmtepomp. Daarnaast zijn er ook warmtepomp leveranciers die extra printen leveren voor bijvoorbeeld een koelmodule, extra klimaat groepen of contact met een gebouwbeheersysteem (GBS). Als er iets mis is met de ‘communicatie’ tussen de printen is er spraken van een ‘communicatie storing’. U kunt proberen de warmtepomp een reset (reboot) te geven door even spanningsloos te maken. Op het moment van een nieuwe start probeert deze namelijk het contact tussen de diverse aangemelde systemen weer tot stand te brengen. Komt deze storing vaker voor, waarschuw dan uw installateur. Elektronica is mooi en kan heel veel, maar bijvoorbeeld sterke magnetische velden of onweer kan de elektronica ’n keer van slag brengen waardoor een communicatie storing kan optreden. Bij voorkeur neemt men ook afgeschermde communicatie kabels om externe printen te koppelen (kabels met een aardscherm om de aders heen).
Warmtepomp Sensorstoring, sensorfout
Oorzaak: Een van de sensoren is stuk en geeft geen of een niet realistische waarde aan.
De meeste warmtepompen geven in de storingsmelding ook aan welke sensor het betreft, controleer de in het display opgegeven waarde van deze sensor. Is deze niet correct controleer dan de bedrading van de sensor en de sensor zelf. Noot: soms kan vocht (condens bijvoorbeeld) de reden zijn dat een sensor kort een verkeerde waarde aan gaf, vocht op bedrading is immers niet goed en kan een vreemde waarde veroorzaken. Doe als consument eerst éénmalig een reset, schrijf de datum en type storing op, pas bij een herhaling van de storing hoeft u de servicemonteur te bellen, komt de storing niet meer voor geef dan bij onderhoud door dat dit zich heeft voorgedaan.
Een temperatuur-sensor is meestal een NTC of PTC , een weerstand die veranderd op basis van temperatuur. Let hierbij op want bijna elk merk warmtepomp heeft andere typen sensoren. Ze zijn dus bijna nooit onderling uitwisselbaar.
Warmtepomp motorstoring, motorbeveiliging
De compressor van een aan/uit warmtepomp is vaak uitgevoerd met een ‘thermische beveiliging’ dit kan een zgn. ‘thermisch pakket’ zijn achter een magneetschakelaar of een motor beveiliging schakelaar, ook wel bekend als PKZ. Als het een motorbeveiligingsschakelaar is dient naast de reset van de warmtepomp elektronica ook de motorbeveiligingsschakelaar weer aangezet te worden. Van de compressor is bekend hoeveel stroom deze maximaal op mag nemen tijdens bedrijf.
Het ‘thermisch pakket’ controleert de hoogte van de afgenomen stroom van de compressor. Indien deze de toegestane , ingestelde waarde te boven gaat, onderbreekt deze de spanning toevoer naar de compressor en komt er een ‘motor storing’. De compressor gaat meer stroom trekken als deze harder moet werken, dit kan eenmalig voorkomen maar kan ook komen omdat de ‘motor niet soepel meer draait’ (slijtage) daarnaast kan het zijn dat tijdelijk een van de 3 fase afwezig was (stroom storing). Deze storing zou zich ’n keer voor kunnen doen als er iets mis is (of was) met het net. Komt dit vaker voor waarschuw dan de installateur, de service monteur kan de daadwerkelijke stroom meten tijdens het draaien van de compressor, laat de compressor bij voorkeur draaien voor de boiler (warmwaterbedrijf), want hoe hoger de temperatuur die gemaakt moet worden hoe harder de compressor moet werken, op dat moment zal de stroom het hoogst zijn. Ga na of de compressor daadwerkelijk te veel stroom neemt, of dat het thermisch pakket moet worden bijgesteld. De thermische beveiliging mag normaliter 10% hoger zijn ingesteld dan de door de fabriek opgegeven maximale compressor stroom.
Warmtepomp Inverter / omvormer storing frequentie regelaar.
Een inverter-storing is, de naam zegt het al iets met de inverter.
De inverter is de omvormer, vaak een frequentie-regelaar, welke de compressor stuurt bij een modulerende warmtepomp: zeg maar het 'toerental' van de compressor regelt.
Vaak is een te hoge of lage voedingsspanning de oorzaak van een inverter storing (meet deze na). Maar het kan ook zijn dat de inverter te warm is geworden. Ook net vervuilling kan een oorzaak zijn. U mag een keer een reset proberen. Komt deze storing regelmatig voor en heeft u ook PV panelen? Dan kan het zijn dat de omvormer van de PV panelen uiteindelijk de veroorzaker is. De omvormer van de PV panelen maakt van gelijkspanning (van de panelen) een wisselspanning van 50 Hz om terug te kunnen leveren naar het net of uw installatie. Als die spanning of frequentie wat afwijkt kan dit de frequentie-regelaar (inverter) van de warmtepomp nadelig beïnvloeden. Probeer dan eens om een paar dagen de omvormer van de PV panelen uit te laten (werkschakelaar van omvormer uit zetten). Blijft de storing dan weg, dan kunt u hierna gerichter te werk gaan. Soms help het verder uit elkaar plaatsen van de PV-omvormer en warmtepomp ook, want de oorzaak is niet altijd een hogere spanning of verkeerde frequentie. Het kunnen ook 'magnetische velden' zijn.
Warmtepomp heet gas alarm
Het woord zegt het al, de temperatuur van het heet gas is de hoog geweest. (bijvoorbeeld hoger dan 130ºC / afhankelijk van het type koudemiddel in het toestel). De oorzaak is meestal dezelfde als bij een (HD) Hoge Druk Storing. Zie daar (op deze pagina) de mogelijke reden van deze storing.
Warmtepomp lage bron temperatuur storing
De temperatuur van de bron is onder de toegestane (ingestelde) waarde geweest. Een water gevulde bodem warmtepomp wordt bijvoorbeeld beveiligd op een minimale bron retour van 5ºC, lager mag de temperatuur niet komen. Bij een glycol gevulde bron mag dit -3ºC zijn. Een lagere bron retour temperatuur is wettelijk niet toegestaan (BRL). Bij gebruik van PVT panelen, als bron voor de warmtepomp, is de instelling veel lager. Meestal de laagst mogelijke waarde waarmee het toestel nog kan werken, bijvoorbeeld - 12°C. De storing komt dan pas bij een waarde die lager is dan die instelling. U mag nooit uit u zelf de instellingswaarde voor lage bron temperatuur wijzigen. Deze is door uw installateur ingesteld naar gelang uw installatie.
Warmtepomp storing maximaaltemperatuur, maximaalthermostaat.
In veel warmtepompinstallaties zit ook een elektrisch element opgenomen. Enerzijds voor desinfectie van een warmwaterboiler anderzijds soms ook om in een bivalente situatie in de winter te kunnen voldoen aan de warmtevraag. Bij luchtwater-warmtepompen heeft het soms ook een functie om ontdooien mogelijk te maken op het moment er nog geen warmte in het gebouw is. Daarnaast heeft het element vaak een ‘noodfunctie’: Als de warmtepomp het niet doet lukt het vaak met een element nog deels om niet in de kou te hoeven zitten. Een elektrisch element dient verplicht te worden voorzien van een mechanisch vergrendelende maximaal thermostaat. Deze spreekt over het algemeen aan bij 110°C. Als er geen of onvoldoende water in het systeem zit, of de circulatiepomp niet draait kan de warmte van het element niet goed worden afgevoerd naar de installatie. Als gevolg daarvan wordt het in de directe omgeving van het element veel te warm, de regelthermostaat (soms gecombineerd met de maximaal thermostaat) zal te laat afschakelen waardoor uiteindelijk de maximaalthermostaat, als veiligheid, vergrendelend ingrijpt. Alleen de elektronica software resetten of even de voeding uitschakelen helpt dan niet voor een reset. Op de maximaalthermostaat zit een knopje (de mechanische vergrendeling) welke ook ingedrukt moet worden om verder te kunnen. Als u dit doet controleert u natuurlijk wel of er voldoende water in het systeem zit en of er voldoende warmte afvoer (toevoer naar het afgiftesysteem) mogelijk is.
(foto: monteur op locatie bij een lucht/water warmtepomp)
Warmtepomp ontdooi-storing of lange tijd geen verwarming in de winter, ontdooien mislukt.
Bij een buitentemperatuur tussen de 0 en 7°C vriest, naargelang de vochtigheid van de buitenlucht, de verdamper van een lucht-water-warmtepomp dicht. Dit is natuurkunde en kun je niet voorkomen. Het toestel gaat, als dit gebeurt is, het ijs op de verdamper laten smelten. Dit noemen we de ontdooifunctie. De 4-wegklep in de buitenunit loopt om en met wat warmte van binnen wordt de verdamper van de buitenunit nu even ‘condensor’ gemaakt. Als dat ontdooien niet goed lukt krijg je of lange tijd geen warmte meer of een storing (melding) dat het ontdooien niet is gelukt. Dit kan per merk en type toestel verschillen, de een geeft een melding de ander wacht net zo lang tot het een keer wel lukt.
De oorzaak hiervan kan zijn:
1. Het toestel staat pal in de wind en de wind voert de warmte, bedoeld voor het ontdooien, af.
2. Er is te weinig flow (debiet) in de binnen installatie.
3. De temperatuur van het binnenwater (cv-water) is te koud om energie uit te kunnen onttrekken.
Neem, als u zelf niet deskundig bent, contact op met uw installateur.
Warmtepomp software
Software is het toverwoord in de moderne industrie, in steeds meer elektronische apparaten is het tegenwoordig mogelijk om via een update nieuwe functies toe te kennen aan het apparaat. Was het voorheen vaak alleen maar (geprogrammeerde) hardware die het toestel gedurende de hele levensduur stuurde, tegenwoordig is het vooral software welke de hardware verteld wat te doen in welke situatie. Sommige fabrikanten zijn zo actief hierin dat ze bijna maandelijks met updates komen.
Moet je software updates bij een warmtepomp steeds doorvoeren?
Als uw warmtepomp vast op het internet is aangesloten, om zodoende via bijvoorbeeld een app op de telefoon alles onder controle te hebben, ja dan moet u eigenlijk die updates doorvoeren.
Eigenlijk zou elke fabrikant moeten melden wat voor soort update het betreft. Een veiligheidsupdate moet u altijd doorvoeren, internet is een mooi medium maar kan ook gevaarlijk zijn. Hackers zouden op afstand uw warmtepomp kunnen ‘besturen’. Om dit te voorkomen houdt elke fabrikant de gevoeligheid hiervoor nauwlettend in de gaten. Dit maakt dat er soms ‘lekken’ moeten worden gedicht met een update.
Betreft het een technische update, u kunt bijvoorbeeld in de nieuwe software een zwembad toevoegen aan de installatie, dan hoeft u deze uiteraard niet door te voeren als u geen zwembad heeft of wil.
Heeft u de warmtepomp niet gekoppeld aan internet en werkt uw installatie gewoon prima? Doe dan liever geen update. Een update is eigenlijk nooit een rendementsverbetering van het toestel. Het zijn voornamelijk functies die worden toegevoegd, of bijvoorbeeld een taal die wordt toegevoegd aan het menu. Als u uw installatie of energiecontract niet heeft veranderd dan heeft u geen update nodig als u uw toestel niet gekoppeld heeft met internet.
Warmtepomp Software fout / softwarebug
Software schrijven is een andere discipline als warmtetechniek, software ingenieurs zijn vaak geen verwarmingsspecialisten. Er is een nauwe samenwerking nodig tussen de softwareafdeling en de productmanagers / product development. Dat maakt ook dat er bij een update soms een foutje insluipt ‘een softwarebug’. Het toevoegen van een extra functie kan gevolgen hebben voor een bestaande functie, heel veel functies zitten min of meer aan elkaar vast in de keten van processen.
Soms ontstaat er dus een softwarebug, die waarschijnlijk in de volgende ‘update’ hersteld wordt. Een software bug raakt zelden of nooit de veiligheid van het toestel. Maar kan wel inhouden dat het toestel bijvoorbeeld weigert om te koelen of verwarmen op het moment dat het wel nodig is. Neem in dat geval contact op met uw installateur / fabrikant, wellicht is de 'BUG' bekend en hoeft u niet verder te zoeken, dan wachten op een nieuwe update.
Warmtepomp verbruikt veel energie / hoog energieverbruik.
Vaak zijn deze klachten onterecht, soms ook niet. Onderstaand volgen punten van aandacht:
- Als eerst is de vraag of de warmtepomp het eigen verbruik bijhoudt of niet. Meestal is dit nog niet zo, monteer daarom bij twijfel altijd een kWh meter in de voeding van de warmtepomp. U weet dan precies hoeveel energie door de warmtepomp wordt verbruikt. Dat neemt alle twijfel weg. Soms blijken namelijk halogeenspots, jacuzzi of een waterbed de energieverbruikers te zijn. Meten is weten.
- Als mensen pas een warmtepomp hebben vergeten ze soms dat ze geen gas meer verbruiken. Ze zijn nog gewend aan het elektriciteitsverbruik zonder dat deze ook verwarming en tapwater verzorgde. Uiteraard zijn er met deze erbij meer kilo-Watt-uren op de rekening dan eerst. Gasverbruik wordt immers stroomverbruik, maar wel een gunstiger verbruik.
- Het grootste verbruik valt bij een warmtepomp in de winter. Als het verbruik in januari hoog is, schrik dan niet meteen maar realiseer je dat het verbruik juist in de winter is.
- Energie kun je niet ‘vernietigen’ als de warmtepomp draait gaat de energie ergens naar toe. Is het veel te warm in de woning? Of verbruikt u meer warmwater dan eerst? Zoek dan daar de reden.
- Is uw woning wel geschikt voor een warmtepomp? Is de woning goed geïsoleerd ? Heeft u dakisolatie en dubbel (HR) glas ? Laag temperatuur verwarming is alleen rendabel in een goed geïsoleerde woning. Op deze pagina kunt u meer lezen over het te verwachten verbruik.
- Bovenstaande punten nagelopen en u twijfelt nog? In de meeste warmtepompen kunt u gegevens van temperatuursensoren uitlezen tijdens verwarmingsbedrijf. De aanvoertemperatuur voor verwarming is normaal ongeveer 20 tot 40 graden Celsius lager dan de persgas (heetgas/hotgass) temperatuur. Als dit verschil meer dan 50 graden Celsius is, is het wellicht raadzaam om uw toestel te laten controleren. En de zuiggastemperatuur moet hoger zijn dan de verdampertemperatuur. (Noot deze zijn niet altijd bij elk type toestel uit te lezen).
Bovenstaande tabel is slechts ter indicatie, verbruik per maand verwarmen + tapwater.
Deze werkt niet als u ook nog een zwembad heeft , of actieve koeling in de zomer.
Stel dat u in januari voor de warmtepomp (kWh meter in de voeding van de warmtepomp) 466 kWh heeft verbruikt dan is de verwachting dat uw jaar verbruik 466 kWh x 6,667 (factor) = 3106,82 kWh per jaar zal zijn. Nogmaals dit is slechts een indicatie, er spelen meerdere factoren mee. Neem bij voorkeur een wintermaand als vergelijk.
Warmtepomp klacht: te warm of te koud in huis.
De meeste warmtepompen werken met een curve, ook wel stooklijn genoemd. De buitentemperatuur bepaalt de aanvoer of retour temperatuur van het verwarmingswater in de woning. In het begin is het de kunst om de steilheid van de curve goed af te stellen. Bij vloerverwarming is deze vaak zo ingesteld dat bij -10 °C buitentemperatuur de aanvoer van de verwarming 35 graden Celsius wordt, of de retour 28 graden Celsius. Is het over het algemeen te warm in de woning: zet dan helling iets minder steil. Over het algemeen te koud? Dan andersom, bijvoorbeeld bij -10 °C buitentemperatuur de aanvoer op 40 graden Celsius. Als deze goed staat is er meestal een sensor of afstandsbediening in de woning welke de curve iets bijstelt naar gelang de gemeten ruimte temperatuur. Men noemt dit een compensatieregeling. Als er geen ruimte sensor verbonden is met de warmtepomp dan draait het systeem waarschijnlijk alleen op de curve, ook wel weersafhankelijke werking genoemd. Wacht bij vloerverwarming altijd een paar dagen voor dat je een nieuwe verstelling doet. Vloerverwarming is een traag systeem, regel dit dus rustig in. Het grote voordeel van een weersafhankelijke regeling is, dat de aanvoertemperatuur in het voor- en najaar een stuk lager kan zijn dan in de winter. Hierdoor heb je een veel beter jaarrendement (SCOP / SPF) en dus minder energieverbruik.
Klacht: het wordt niet overal in de woning warm.
Als sommige ruimten wel warm worden en de warmtepomp niet in storing staat maar gewoon aan het werk is, kan het zijn dat er onvoldoende water is in het cv-systeem. Controleer de waterdruk op de manometer, deze staat normaal tussen 1 en 2 bar. Indien te laag moet er bijgevuld worden. Ook lucht in het systeem, of vervuiling van het water kunnen de oorzaak zijn. Controleer eventueel ook het vuilfilter en ontlucht de installatie goed. Is het een nieuwe installatie en de bedoelde ruimtes zijn nog nooit warm geweest dan is het waarschijnlijk een inregelfout of een pomp die de leidingweerstand niet kan overbruggen. Bij dit laatste is een bezoek van de installateur nodig. Deze kan de pomp controleren en de installatie inregelen. Voor nood kunt u eventueel de ‘kranen’ van de ruimte waar het wel warm is, tijdelijk dicht zetten, zodat de flow (waterdebiet) wat er is mogelijk dan wel de andere ruimtes kan bereiken. Als dat zo is geeft dit meteen ook beter het ‘probleem’ in de installatie aan.
Warmtepomp maakt veel start- en stops en maakt korte draaitijden.
Als de warmtepomp een ‘pendel’ gedrag vertoont (veel aan- en uitgaat in korte tijden) dan is er een probleem met het debiet. Dit kan o.a. veroorzaakt worden door een afsluiter die dicht staat of een vuilfilter dat verstopt zit. Het kan ook zo zijn dat warmtepomp en installatie niet goed op elkaar zijn afgestemd. De warmtepomp moet tijdens verwarmen haar (minimaal) vermogen kunnen afgeven aan het systeem. In het geval van zoneregelaars (na-regeling in de installatie) kan het zijn dat sommige groepen zijn dicht gelopen en er te weinig groepen nog open staan om de warmtepomp lang genoeg te kunnen laten draaien. In dat geval had er een buffervat in de installatie gemonteerd moeten worden.
Tijdens actief koelen in de zomer speelt dit 'flow' probleem vaak nog meer dan in de winter. Een buffervat en installatie wordt vaak uitgerekend op verwarmen, terwijl voldoende capaciteit in het systeem tijdens actief koelen veel lastiger is. De warmtepomp heeft dan moeite om voldoende energie te onttrekken in uw woning. Dit geeft korte draaitijden en start- stops nemen toe. Soms uit zich dit zelfs in lagedruk storingen. Wellicht is, als dit bij u speelt, deze pagina interessant om door te nemen: https://warmtepomp-tips.nl/warmtepomp/verkoelen/.
Warmtepomp verstopt vuilfilter
Bijna elke warmtepompfabrikant eist dat er in de installatie een vuilfilter wordt opgenomen. Dit is om te voorkomen dat er in de ‘condensor / platenwisselaar’ vuil vast komt te zitten (bij een water/water of brine/water warmtepomp komt ook in de bronleiding / verdamperzijde een vuilfilter). Als de wisselaar intern vervuild wordt de warmteoverdracht van warmte slechter en loopt het rendement terug. Het is bijzonder lastig, zo niet haast onmogelijk, om de wisselaar intern te reinigen. Je kan het vuil, wat eventueel in de installatie aanwezig is, dus beter opvangen in een vuilfilter. Het vuilfilter kan jaarlijks, bij onderhoud, worden schoongemaakt. Het verdient dan ook aanbeveling om zo’n filter tussen afsluiters te plaatsen, dan hoef je niet steeds de installatie af te tappen. Sommige vuilfilters zijn al voorzien van ingebouwde afsluiters of kun je ‘legen’ zonder af te tappen. Zit er veel ‘staal’ in de installatie? Dan kun je beter kiezen voor een magneetfilter. Deze houdt ook losgekomen staaldeeltjes (magnetiet) vast. Het best plaats je het filter dan ook nog voor de circulatiepomp. Zodat ook die niet vervuilt (vast kan lopen) door de magnetische deeltjes. Een circulatiepomp werkt immers ‘magnetisch’ en magnetiet (magnetische metaaldeeltjes) zijn geneigd om juist daar te blijven kleven. Als er veel vuil in het filter komt probeer dan vast te stellen wat voor soort ‘vuil’ het betreft om zodoende ook de oorzaak vast te stellen en indien nodig aan te pakken. Stel dat je af moet tappen om het filter schoon te maken, dan moet je ook steeds bijvullen. In het water waarmee je weer gaat vullen zit zuurstof die wellicht het interne staal weer doet oxideren. Dan maak je het probleem groter en blijft het bestaan. Overigens het ‘aftappunt’ van een magneet- of groter vuilfilter is geen vulpunt van de installatie! Als je daar gaat ‘vullen’ pers je het vuil weer de installatie in.
Een verstopt vuilfilter veroorzaakt ‘flow’ problemen met als gevolg een Hoge- of Lage drukstoring. Gelukkig is dit makkelijk op te lossen door het filter te reinigen.
Filter alarm. (luchtfilter)
Met namen warmtepompen die ventilatielucht als bron gebruiken, een ‘ventilatielucht warmtepomp’ of op zijn engels een ‘exhaust air heatpump’, zijn vaak voorzien van een filter in het luchtcircuit. Dit om te voorkomen dat condensor en ventilator uitwendig vervuilen. Sommige warmtepompen hebben een ‘tijd-instelling’ waarbij automatisch na een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 3 maanden) een filteralarm komt. Dit als herinnering om het luchtfilter te inspecteren en indien nodig te reinigen of vervangen. Vaak kan het filter met een stofzuiger worden schoongemaakt. Soms is het gewoon ‘filterdoek’ net als in een wasemkap. Dit filterdoek is vaak bij de bouwmarkt te koop en veel goedkoper dan het originele filterdoek. U knipt dit eenvoudig op maat en vervangt het filterdoek in of buiten het toestel. Er zijn echter ook filters die speciaal zijn geconstrueerd, dan bent u aangewezen op het originele product. Een (lucht) filteralarm kan vaak eenvoudig worden gereset in het menu van het toestel, of door de warmtepomp even spanningsloos te maken. Controleer bij een filteralarm natuurlijk wel altijd het filter.
Warmtepomp te lage olie temperatuur / wachttijd bij eerste start na spanningsuitval.
Smering van de compressor is de belangrijkste factor in de goede werking van een warmtepompinstallatie. De keuze van het smeermiddel hangt af van het toegepaste koudemiddel. Deze moeten goed bij elkaar passen, ze mogen elkaars werk niet beïnvloeden of afbreken. De fabrikant van de warmtepomp (compressor) heeft die keuze voor u bepaald. Er zijn vele soorten smeermiddelen. Veelal is dit smeermiddel een ‘olie’. De olie moet de verschillende bewegende onderdelen van de compressor smeren door een homogene smerende laag aan te brengen. De olie zorgt deels ook voor verkoeling van de bewegende onderdelen, waardoor de wrijvingstemperatuur niet te hoog kan oplopen. In een enkel geval heeft de olie ook een dichtende werking.
In het koudemiddelcircuit mag geen vocht (water) zitten. Zowel lucht als stikstof (deze laatste wordt onder druk gebruikt om de leidingen te controleren op dichtheid) moeten volledig uit het systeem worden verwijderd (vacumeren) voordat het koudemiddel wordt ingebracht. Water tast de werking van zowel het koudemiddel als de smeerolie aan.
De olie, die deels ook in het koudemiddel aanwezig zal zijn, wordt vaak ook op temperatuur gehouden door bijvoorbeeld een elektrische weerstand (element). Ook bij de start van de compressor wil je goede smering hebben, de olie moet hiervoor in een bepaalde (warme) conditie zijn. Dat maakt dat sommige warmtepompen pas een half uur nadat de spanning op het toestel is gezet, kunnen gaan werken. Eerst wordt de olie op een bepaalde temperatuur gebracht.
Bij een te laag geconstateerde olietemperatuur kan het dus zijn dat het elektrisch elementje niet functioneert.
Noodstand van de warmtepomp
In veel soorten warmtepomp installaties is in of buiten het toestel een elektrisch element opgenomen. In geval van een storing in de compressor module kan vaak een noodstand worden ingeschakeld waardoor het elektrisch element tijdelijk de verwarming overneemt. Op die manier kunt u rustig de komst van de storingsmonteur afwachten zonder in de kou te zitten.
Leest u in de handleiding van uw warmtepomp of dit ook bij u het geval is.
De noodschakelaar wordt vaak aangeduid met een gevarendriehoek als symbool.
Tot slot:
Het best laat u het storing zoeken of reparatie van een warmtepomp over aan de vakman. Deze is ervoor opgeleid en weet vaak ook de weg binnen een toestel. In sommige gevallen kan de installateur ook een beroep doen op de fabrikant van de warmtepomp.